Maandelijks archief: februari 2017

Aso

“Aso”, riep de vrouw mij na. Nadat ze tegen de richting in het fietspad op was gereden. Precies daar waar ik voor het stoplicht stond te wachten om linksaf te gaan slaan. Ik stond daar met mijn racefiets en mijn handrem haakte in haar tas. Die scheurde. “Hee, kijk uit”, zei ik. “Je gaat ook geen centimeter opzij he” kreeg ik terug. Nadat ik zei dat zij het was die aan de verkeerde kant van de weg fietste en zij dat goed praatte door te vertellen dat ze “zo links af moest” en ik vond dat dat haar probleem was, kreeg ik dus te horen dat ik een aso ben.

Fascinerend vind ik het wel, hoe mensen anderen de schuld geven terwijl ze zelf iets fout doen. (En vervelend. Dat ook. Want ik sta dan nog een uur verontwaardigd en verwonderd na te trillen.) Ik ben ook benieuwd hoe die dame thuis is gekomen en daar heeft verteld dat ze een aanvaring had gehad met een asociale vrouw ‘die niet eens opzij ging toen ik aan de verkeerde kant van de weg het fietspad op wilde’. ‘Ze zag toch dat ik er langs wilde’. En dat haar toehoorders ook helemaal verontwaardigd waren over zoveel egoïsme.

Nog fascinerender vind ik het dat ik over het algemeen erg meegaand ben. Letterlijk. Als ik op straat loop en iemand dreigt tegen mij aan te lopen, ga ik als vanzelf opzij. Ongeacht of het aan mij ligt of niet. Ik doe dat ook bij tegenliggers op een (tweerichtingsverkeer)fietspad of om wandelaars op het fietspad. Leven en laten leven. Geen probleem. Gaat automatisch. En ineens dacht ik een keer ‘Ik blijf gewoon eens staan’.

Nu ben ik een aso.

De kracht van het middelpunt in je eigen universum

Ik heb het geluk (oftewel: ik heb daar heel bewust voor gekozen), dat ik op fietsafstand van duinen en strand woon. Ik probeer dan ook minimaal een keer in de week daar te zijn. Om te wandelen, te fietsen of te hardlopen.

Het kost me soms moeite om er heen te gaan. Want wat maakt het uit of ik nu alleen thuis zit, of alleen door de duinen wandel, zo denk ik dan. Maar als ik het heb gedaan, kom ik altijd blij weer terug. Want buiten zijn is al goed. Buiten zijn in de natuur is nog veel beter en fijner.

Zo had ik onlangs veel onrust in mijn lijf. Ik wist mezelf te bewegen tot hardlopen in de duinen. In de regen zelfs. Sowieso trots op dat ik daar al liep en al helemaal na een sprint om alle frustratie er even uit te gooien, kwamen de inzichten. Want man, oh man, wat kan ik bezig zijn met anderen. En vooral rekening houden met hun gevoelens, gedachten en behoeftes (en zo mogelijk ook lekker zonder te weten of het ook echt zo is he). Ik denk te snappen waarom mensen boos, of verdrietig reageren. En probeer daar ook rekening mee te houden.

Ik vergeet daarbij alleen weleens iets. Of eigenlijk iemand. Namelijk Mezelf. Want hoe goed ik me ook in denk te kunnen leven in de ander. Ik heb ook gevoelens en behoeftes. Alleen loop ik daar regelmatig lekker aan voorbij.

En ineens kreeg ik een mooi inzicht en beeld. Dat was letterlijk dat van mijn eigen universum. Met de ervaring met ‘opstellingen’ in het achterhoofd heb ik mezelf midden in mijn eigen universum gezet. Gewoon. In het midden. Want dat mag. Het is immers mijn universum. Ineens voelde ik diepe, dankbare blijdschap, kracht en emotie.

In plaats van het onrustig bewegen tussen universums van anderen, van de ene activiteit naar de andere, van de ene behoefte naar de andere. Voelde ik rust en kracht. En het besef dat het juist vanuit dat midden van mijn eigen universum makkelijker is om er te zijn voor anderen. Omdat ik er voor mezelf ben.