Ik word al een paar dagen gebeld door een ‘privenummer’. Meestal neem ik die al niet op. Maar ik verwachtte een telefoontje voor een mogelijk nieuwe klus, die zou ook wel eens met een afgeschermd nummer binnen zou kunnen komen. Ik nam op.
Bij de eerste woorden wist ik het al ‘dit is een verkoper, damn, ben ik er toch weer ingetrapt’. Ik schakelde meteen de afpoeierstand in. Het was iemand namens Amnesty International. Een organisatie die heel belangrijke dingen doet in de wereld. Ik ben er dan ook al jaren donateur van. Er was een speciale actie en of ik daar aan mee wilde doen. Ik bleef in de afpoeierstand ‘Nee, hier heb ik nu geen interesse in’ en sloot, heel vriendelijk hoor, het gesprek af.
Daarna gaat het dan knagen. Want een goed doel. En ik heb het goed in mijn leven. Ik leef in een veilig land en mag en kan zeggen wat ik wil. Ik heb genoeg geld om van te leven, elke dag eten, een dak boven mijn hoofd, een sociaal leven en leef niet in angst. Ik ben me daar regelmatig van bewust en daar ook heel dankbaar voor.
Dat is natuurlijk precies waarom ik word gebeld. Ik ben al donateur en het is makkelijker iemand over te halen iets meer te laten betalen dan nieuwe donateurs te werven. Dat is ook waarom je op straat door de aardige wervingsjongetjes op straat eerst gevraagd wordt ‘of je ook tegen dierenleed bent’. De eerste ‘ja’ hebben ze al binnen. En ja, ik ben tegen dierenleed. Wie niet?
Alleen al die verkopers, op straat of aan de telefoon. Dat hoeft van mij niet. Nog voordat ik weet waar het over gaat, schakel ik in de afpoeierstand. Om me daarna toch weer even schuldig te voelen.
bisfei